Settelen
Uitspraak: ˈsɛtələ(n) (settelde zich, heeft zich gesetteld) Reflexief werkwoord (ergens) gaan wonen en een regelmatig leven gaan leiden.
Ook wel: Huisje, boompje, beestje.
Het is gebeurd, een echt grote mensen huis! Na drie weken van klussen, vloeren leggen, verven, IKEA kasten in elkander schroeven, verhuizen, sjouwen; rug pijn, eelt op de handen, en heerlijk wonen in ons nieuwe huis!
Drie weken vakantie, drie weken wervelstorm met, nu de rust aan het wederkeren is, een prachtige nieuwe uitvalsbasis voor vele jaren genot en woonplezier, als een fata morgana oprijzend uit de kartonnen dozen en verfpotten.
De foto’s volgen snel!