
De eerste wereld oorlog, of zoals de betrokkenen hem noemen, de grootte oorlog, is in Nederland een vrijwel onbeschreven blad. Logisch wellicht, maar gezien de impact op de wereld geschiedenis onterecht.
John Boyne, bekend van “de jongen in de gestreepte pyama”, heeft met “de jongen die zijn vader zocht” een prachtig boek geschreven. Hoewel het soms als een jongensboek (kinderboek) leest is het toch meer dan dat. Gezien de titels heeft Boyne wel een mooie niche gevonden, een aangrijpend verhaal vertellen vanuit het gezichtspunt van een kleine jongen.
De jongen die zijn vader zocht
De eerste dag van de eerste wereld oorlog, de vader van Alfie Summerfield meldt zich vrijwillig aan om een mee te vechten. Met z’n mooie uniform loopt hij te pronken. Alfie, vijf jaar als de oorlog begint, ontvangt nog een poosje brieven, maar op een gegeven ogenblik stopt dat. Is zijn vader dood? Alfie wil het niet geloven en gaat op onderzoek uit.
Om zijn moeder te ondersteunen begint Alfie (inmiddels negen, de oorlog loopt (zoals wij intussen weten), op z’n einde) als schoenpoetser, op het station. Zo komt hij meer en meer te weten over het lot van zijn vader, en vele anderen. Interessant, het is heel duidelijk een aan WO I gelinkt boek, maar de loopgraven en ontberingen komen niet als primair naar voren. De focus ligt op de gevolgen van het thuis front, in Engeland.
De stijl van Boyne is erg toegankelijk. Het verhaal boeit en ontroert. De horror, dreiging en gevolgen van oorlog zijn altijd aanwezig, maar door de ontwappende Alfie is het geen drama, maar een avontuur.