In deze autobiografische roman beschrijft Bukowski (1920-1994) zijn kindertijd, zijn jeugd, zijn school- en studententijd, zijn eerste baan als magazijnknecht, zijn ontdekking van de literatuur.
Kind onder kannibalen
En dat doet hij rauw, ongecensureerd en met een flinke dosis zwartgalligheid die niet gebruikt wordt om het verhaal te kleuren, maar om het verhaal neer te zetten zoals het gelezen dient te worden. Bij diverse recensies staat dat het wellicht het beste boek is van Bukowski, met alleen Postkantoor als referentie kan ik daar niet over oordelen, mijn conclusie is dat het een écht boek is. Het verhaal pakt je (of niet natuurlijk, in mijn geval dus wel) en hoewel je (zeker verderop in het boek tegen beter weten in) blijft hopen op iets van bezieling, doorpakken of wat dan ook, het komt niet. Het boek gaat door in een treurspel, maar is zo meeslepend saai. Maar, niet voor de zwakke maag of iemand die een knus avondje op de bank wil doorbrengen met een boek.
Henry (Hank) Chinaski
Henry (Hank) Chinaski is het alter ego van Charles Bukowski, en aldus veel gebruikt in diens gedichten, kortverhalen en romans. Chinaski profileert zich vooral als de underdog. Het personage doet ruw en hard aan maar is tegelijk vatbaar voor sentimentaliteit. Net als de schrijver zelf, groeit Chinaski op in armoede, heeft een agressieve vader (die hem afranselt met de riem), komt niet mee op school (en ja, dit is toch ook zeker wel een vorm van onwil) en gaat voor het soort van banen die op de absolute onderste sport van de maatschappelijke ladder staan.